Er zijn twee soorten afbeeldingen:
– een raster (pixel) afbeelding
– een vector afbeelding

Het verschil tussen beide is dat rasterafbeeldingen door de computer opgeslagen worden in pixels waar bij het openen het bestand pixel per pixel wordt ingeladen (zoals een foto), terwijl vector afbeeldingen bestaan uit paden die gedefinieerd worden uit een begin- en eindpunt. Hiertussen zijn ze met elkaar verbonden met lijnen. Om die reden worden vector afbeeldingen ook wel lijntekeningen genoemd.

Rasterbestanden zijn afhankelijk van resoluties.

Hoe hoger de resolutie, hoe scherper de print van de afbeelding. Hoe lager de resolutie, hoe meer korrelig en onscherp de afbeelding wordt.

Bij vector bestanden is resolutie niet van toepassing.
Dit type bestand beschikt als het ware altijd over de beste resolutie, hoe groot of hoe klein ook.

Een vectorbestand biedt veel voordelen:

  • Het ontwerp kan oneindig worden uitvergroot zonder kwaliteitsverlies.
  • Opgeslagen vectorbestanden (EPS, AI, PDF of SVG) nemen weinig geheugen in, de bestanden zijn niet zwaar en openen snel.
  • Een kleur veranderen, of een tekst corrigeren in een vector bestand is een eenvoudige klus en kan snel verwerkt worden.
  • Vectorbestanden bevatten snijlijnen. Deze zijn nodig voor het contour snijden van o.a. autostickers.

Een gerasterde afbeelding (zoals JPG, PNG, GIF, PSD) als een ‘EPS’ of ‘PDF’ opslaan, maakt het niet automatisch een vector bestand!

Met een fotobewerkingsprogramma zoals Adobe Photoshop kun je nooit vector bestanden aanmaken.